Vanochtend is Marja, ondanks het goede voornemen om rustig aan te doen, toch wel weer vroeg op. Ik hoor haar op een bepaald moment ook de kamer uitlopen. En na een halfuurtje komt ze weer terug met een Starbuckskoffie en een Chocolade-croissant. Lekker.
Daarna nog even relaxen en dan inchecken voor de vluchten morgen. En dan nog even onze koffers opnieuw inpakken. Dat levert nog wat spulletjes op die we gaan achterlaten. Een oud tshirt bijv. Maar dan zijn de koffers ook op (of onder?) gewicht.
Dan plakken we er toch nog een middagje Strip aan. Lopen een Apple-Store in om nog even naar de i-Pad mini te kijken. Maar nee, toch maar niet. Misschien als we straks terug zijn in Nederland. Omdat Marja om een uur of half zes op de toren wil staan van Stratosphere eten we een verlate lunch bij the Cheesecakefactory en gaan op weg naar het hotel.
Daar gaan we gelijk door naar boven (verdieping 108/9) om daar van een rooie ondergang te genieten. Die sneller voorbij is dan verwacht eigenlijk. En het is er ook wel frisjes, omdat het vandaag al de hele dag hard waait. Schijnt morgen ook zo te zijn, dus misschien wordt het wel weer een bumpy start morgen vroeg.
En heb ik al verteld, dat het gister zelfs een beetje geregend heeft hier? Niet echt hard, maar toch wel wat druppels. Nou weet ik dat het hier ook echt kan spoken in Las Vegas (en dan niet rond Halloween), maar qua weer. En daar is dit niets bij vergeleken. Maar regen in Las Vegas is natuurlijk niet iets wat je daar snel verwacht.
Vandaag was het ondanks de wind toch weer aangenaam weer, omdat de zon – ondanks de uitbundige bewolking van vandaag – kans zag langdurig te schijnen.
Hopelijk is de wind morgen wat minder. We zullen weer vroeg op moeten (even na zessen) en dan een taxi pakken naar het vliegveld. En dan eerst naar Houston Texas. En na de overstap (die gelukkig wat meer tijd geeft, dan op de heenweg in Frankfurt) richting Amsterdam. En als alles loopt zoals het moet, staan we zaterdag om 8.15 uur (Nederlandse tijd) op Amsterdam-Airport oftewel Schiphol.
En dan is ook deze trip weer tot een einde gekomen.
Na alle spulletjes die we over hebben bij de buurvrouw te hebben afgeleverd, gedag gezegd te hebben tegen hun hondje Joshua en de laatste hand gelegd te hebben aan de camper en de koffers, gaan we op weg naar Road Bear (5 minuten rijden verder).
Rond negenen rijden we het terrein op en zetten we al onze spullen bij het kantoortje. Waar we overigens minder goed geholpen worden dan we van Road Bear gewend zijn. Op een paar momenten krijg ik het gevoel, dat ik daar maar sta, terwijl de mensen (in het spaans) met elkaar in gesprek gaan. Dat terwijl ik graag wil weten wat er verder nog moet gebeuren.
Als ik naar buiten loop om te laten weten, dat we het propane door hun willen laten vullen krijg ik daar te horen, dat degene die de camper checkt het afrekenen met me zal regelen. We hebben nl. ook nog iets meer miles gereden dan ingekocht. Uiteindelijk hoef ik maar 125 dollar bij te betalen.
En dan is het wachten tot we naar ons hotel gebracht kunnen worden. De shuttle gaat om 11 uur. Het is dan half tien.
Het valt overigens op hoeveel campers er vandaag teruggebracht worden. Ik tel er wel negen, terwijl we gewend zijn om meestal met maar een stuk of 3 campers te staan bij het terugbrengen.
Er staan ook veel meer campers op het terrein dan voorheen. Gaat kennelijk goed met Roadbear.
We krijgen ook nog even een inkijkje in een model dat we misschien volgend jaar krijgen. Het is weer een Leprechaun, alleen kleiner. En er zijn modellen die ook weer, ook al is het een kleiner model, een slide-out hebben (slaapkamer). Die ziet er wel aardig uit. Zit zelfs in dit kleinere model nog een bank in. Dus die willen we wel graag hebben.
We nemen ons voor volgend jaar zo tegen het begin van de reis maar een telefoontje/mailtje eraan te wagen om te vragen of ze zo’n model (voor een trouwe klant als wij zijn) apart te houden. Voor de zekerheid schrijven we ook het nummer van het floorplan op (230SB) SB staat dan voor slideout body.
Als we dan in het hotel aankomen is het daar razend druk. En omdat we aan de achteringang zijn afgezet (nog een minpuntje), moeten we onze koffer-massa meezeulen naar de registration. Marja gaat deze keer, omdat ik bij de koffers blijf, alleen naar de balie. Daar ontstaat nog enige discussie of alles nu wel betaald is of niet. We weten dat niet meer helemaal, omdat de reservering al flink wat maanden terug is gedaan. Maar uiteindelijk blijkt dat er slechts een nacht vooraf is betaald.
De bell-boy die gebeld is blijft heel lang weg. Dus besluiten we toch maar zelf onze koffers naar onze kamer te slepen. Kamer 18082. Scheelt ook weer een tip.
Vanuit onze kamer kunnen we de sky-jumpers (via lijnen vanaf de toren een free-fall maken) voorbij zien zeilen. Gaat hard. Op het raam zit een sticker met de tekst: skyjumpers may fly by. Feel free to wave. Het is even de vraag of die skyjumpers er aan denken te zwaaien als ze met 70 miles per uur naar beneden ‘vallen’.
Na een verfrissende douche gaan we om even over twaalven ontbijten bij de IHOP. Of is het een lunch. Laten we het daar maar op houden. Daarna weer terug naar de hotelkamer om even te relaxen.
Tegen vieren gaan we dan weer met de Deuce-bus richting de Strip. Bij de Fashionmall stappen we uit. Niet dat we nog wat kunnen kopen (gewicht koffers), maar om bijvoorbeeld nog even bij de Apple-store binnen te lopen. Marja heeft nog altijd een i-Pad mini op haar lijstje staan. Maar wat zijn die dingen duur zeg. Dus daar zien we maar van af. Ook de mac-books zijn nog altijd aardig aan de prijs, alhoewel de capaciteit hiervan in vergelijking met de prijs wel verdubbeld is.
Als we na een verdere wandeling (onder andere door Bellagio’s, waar we de uitgang weer eens niet kunnen vinden), bij de fonteinen aankomen horen we Elvis Presley Viva Las Vegas zingen. Een van onze favorieten. We haasten ons om bij de fonteinen te komen en net op het moment, dat we bij de rand van die grote vijver aankomen klinken de laatste tonen en vallen de laatste druppels. Dat is pech.
Maar kennelijk weten ze dat wij daar staan. Want na een kwartiertje wachten volgt een nieuwe ‘show’ en draaien ze warempel (wat een raar woord trouwens) opnieuw Viva Las Vegas. Dat is weer even genieten. We wachten dan nog een nummertje af om daarna naar de Deuce-halte te lopen om terug te gaan naar het hotel. Maar daar zitten nou net de Miracle Mile shops. Dus lopen we die ook nog even door (niet helemaal trouwens). Er is daar veel verbeterd hebben we de indruk.
Na een Starbucksje slepen we ons naar de bus. We hebben toch wel weer aardig wat gelopen en ik begin te merken dat ik inmiddels toch wel wat ouder word :-).
In het hotel brengen we vervolgens onze score voor het casino weer op nul. Dus misschien dat we de laatste dag nog een keer een gokje kunnen wagen.
Als we op onze kamer zijn aangekomen zegt Marja: nu heb ik honger. We hebben namelijk geen ‘avondeten’ genomen, omdat de hamburger van twaalf uur ons nogal zwaar op de maag lag. Maar ja dat is nu toch wel even geleden. Dus ik ga nog even terug naar beneden om nog wat te eten te halen.
Terwijl ik nog even tv kijk (de derde of vierde keer deze vakantie, geen honkbalwedstrijd gezien), is Marja al vertrokken naar dromenland. In voorbereiding op de laatste dag.
Als we vanmorgen opstaan is het bewolkt. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt in Vegas. En de temperatuur is ook een stuk lager dan we gewend zijn. Niet onaangenaam trouwens. We willen gaan shoppen in één van de Outlets (Zuid deze keer). Omdat mijn oude sketchers kapot zijn (liggen al in de prullenbak) en Marja nog een paar nodig heeft kopen we allebei nog een paar.
Verder nog op zoek naar wat kleinigheidjes voor de (klein)kinderen, alhoewel ik me had voorgenomen daar dit jaar niets aan te doen. Het valt nl. niet mee om in al die souvenir-stuff iets origineels te vinden. Maar het is (bijna helemaal) gelukt.
Onderweg naar de Outlet hebben we op Flamingo-road een Thriftstore gezien (een soort recycle-‘winkel’). We besluiten onze fietsen daar op de terugweg af te geven. En de mensen daar zijn er zichtbaar blij mee. Dus dat geeft ook wel weer een goed gevoel.
Bij die store zit ook een benzinepomp, dus tank ik daar de RV vol voor het inleveren morgen. Op de teller staat 109,55 dollar. En voor het eerst kan ik met mijn gewone bankpas tanken.
Als ik ‘s-middags op de campground mijn rekening controleer, zie ik tot mijn schrik dat er ineens ongeveer 270 euro is ingehouden. Dat is schrikken. Wat is er fout gegaan, ben ik geskimd? Ik bel het benzinestation (gelukkig had ik om een bonnetje gevraagd, waar het telefoonnummer op staat). En daar weten ze me te vertellen, dat de bank bij een dergelijke betaling een reservering op je kaart zet, waarmee de betaling zeker gedekt is (300 dollar, is dat niet wat veel reserveren?). Uiteindelijk zal binnen 24 uur het juiste bedrag genoemd worden. En dat is ook zo. Dat jullie het maar weten.
Terug naar de campground en aan de slag met het opruimen van de camper en het inruimen van onze koffers (wat nog niet mee zal vallen). We leggen alle koffers buiten open neer (nadat we het meest voor de hand liggende er al in gedaan hebben) en voegen daar allerlei dingen die we dan nog tegenkomen aan toe.
Dan komt onze buurvrouw om de hoek kijken. Ze weet dat je aan het eind van zo’n camperreis altijd van alles over hebt en ze wil ons graag helpen daar vanaf te komen. Als we naar haar camper kijken lijkt het wel iemand die wel wat kan gebruiken. We beloven haar wat dingen te verzamelen en voor haar opzij te zetten.
‘s-Middags lopen we nog even naar het casino op zoek naar die Western-zaak die we hier de eerste keer gezien hebben.
Blijkt er niet meer te zijn. Daarom wagen we maar een gokje, wat ons niet zo goed afgaat.
In de avond lopen we na onze laatste steak op de barbecue nog even naar het Casino om uiteindeljk met 10 dollar (over de hele dag) verlies terug te keren naar de camper. En zoals elke keer overvalt ons weer een gevoel van weemoed over het inleveren van ons huis op wielen voor vier weken. Maar ook op voorhand al heimwee naar dit land, zijn natuur, de mensen and all.
Gelukkig weten we dat we volgend jaar weer kunnen.
Is het dat (eind in zicht), is het vermoeidheid, onoplettendheid of misschien toch de leeftijd? Ik weet wel dat ik vandaag niets meer aanraak (behalve het toetsenbord nu). Vanochtend vergeet ik bijvoorbeeld mijn pillen in te nemen. Geen ramp, kan later op de ochtend nog wel. Dan gaan we op weg naar Dennies voor ontbijt. Een half uurtje rijden (11 miles) dus dat valt mee.
Onderweg komen we bij een checkpoint (je mag hier niet van de ene staat naar de andere bijv. fruit meenemen, dus Marja eet razendsnel nog even de laatste banaan op). Als we stoppen vraagt de dame of we weten dat ons ‘satelite-thing up is’? Nee, dat weten we niet. Dus Marja draait die antenne als de wiedeweerga naar beneden. Gelukkig geen lage viaducten tegengekomen zeg.
Als we bij Dennies gegeten hebben lopen we terug naar de camper. Marja blijft nog even buiten terwijl ik naar binnen ga om mijn pillen in te nemen. Als ik naar achter loop zie ik een glimps van een van die harde zadels. Ik pak mijn toilettas voor de pillen en op dat moment vraag ik me af of ik die fietsen wel heb vastgezet. Dus ik gooi mijn toilettas op tafel en spring de camper uit (nou ja, doe alsof) en haast me naar achter de camper. En ik heb inderdaad de fietsen niet vastgezet. Stel je voor een beugel waarop de fietsen met hun stang moeten rusten in uitsparingen. Op die beugel zitten drie pinnen met schroefdraad, waarmee je de beugel die bovenop moet met grote ‘moeren’ vastdraait met de stang van de fiets ertussen.
Om de fietsen er ‘in’ te hangen leg ik altijd even die beugel en die moeren op de achterbumper van de camper. Als de fietsen dan hangen leg ik die beugel er weer op en draai hem vast. Vanochtend heb ik dat niet gedaan. Wel heb ik nog een slot van de fietsen door een gat van de onderste beugel gestoken, waar ik dat eigenlijk door de gaten in beide beugels had moeten doen.
Het is onwaarschijnlijk en misschien wel te danken aan mijn rijstijl (of dat de weg niet te bumpy was), maar de beugel en de drie moeren (rechtopstaand) liggen nog steeds achterop de bumper. En de fietsen, die natuurlijk ook niet vast zitten, hangen ook nog steeds op de beugel. Over geluk gesproken. Zoals ik zeg: onwaarschijnlijk.
Eigenlijk wel een beetje verbijsterd over zoveel geluk vervolgen we onze weg richting Las Vegas, waar we rond het middaguur aankomen, inchecken bij Sam’s Town Campgroud. Daar hebben we voor morgennacht (onze laatste nacht alweer in de camper) al een plek gereserveerd.
Bij het installeren van de camper komen we in gesprek met onze buurman. Een gepensioneerde politieagent (62) uit Colorado, hier op bezoek bij zijn zoon, die drie properties heeft, drie ranches. Can you believe it? Hij heeft een blonde vriendin zegt hij (zijn Labradoedel), waar we ook nog even kennis mee maken. Schat van een beest
Ik vraag hem of hij misschien geïnteresseerd is in twee fietsen, wetende dat hij maar alleen is, dus dat dat zeer onwaarschijnlijk is. Maar hij zegt toe zijn zoon, die in Vegas woont, te bellen om te vragen of die misschien interesse heeft. We merken het wel. En dan moeten we ook nog even op zoek naar een plek waar we propaangas kunnen tanken.
‘s-Middags en ‘s-avonds wandelen we even naar het casino vlak naast de campground. We eten daar wat bij de Panda Express. Orange chicken en nog een paar van dat soort gerechten. Lekker en niet te duur.
En we vergokken allebei ongeveer 10 dollar.
Dan in bed nog wat lezen. Morgen de camper opruimen en de koffers inpakken, nadat we nog wat zijn wezen shoppen. En dan zit het er weer bijna op voor dit jaar.
K.t. En dat gezegd hebbende staat Marja naast haar bed en buiten met haar camera. Zelfs ik word daardoor getriggerd om naar buiten te gaan. Waar we getuige zijn van een werkelijk spectaculaire zonsopkomst.Zo mooi zagen we er nog niet veel. Zeker deze reis niet. Dat maakt dat we al vroeg op zijn en dus ook redelijk vroeg op pad zijn.
Hoe lang de wegen ook zijn vandaag, en dat zijn ze, het verslag zal redelijk kort zijn. Het is namelijk een rijdag. Zo’n 220 mijl moet ons bij Needles op de Pirate Cove Campground brengen. Maar eerst toch nog wel de omgeving. Want rijden we eerst door een stuk van Anza Borrego Desert dat er weer anders uitziet dan het stuk dat we al kennen. De scenery verandert daarna nog een aantal keren. Zo rijden we een heel stuk over de freeway, waarbij het af en toe lijkt alsof je alleen maar recht tegen die lange hellingen oprijdt. Dat gaat maar door.
Om daarna op een tweebaansweg te komen, waar je vaak mijlenver voor je uit, die weg al weer ziet liggen waar hij het dal waar je dan doorheen rijdt weer verlaat. Om daarna, misschien met een paar bochten, weer zo’n dal te doorsnijden.
Overigens zijn de wegen hier af en toe bijzonder aangelegd. Zo komen we bij een kruising, waar we linksaf moeten. Maar niet zo maar linksaf. Nee je draait nog net geen 180 graden terug. En pas een eind verderop maakt de weg een bocht naar rechts. Vraag je je toch af of ze op de weg naar de kruising toe, niet een stuk eerder een afslag naar links hadden kunnen maken die aansluit op die bocht naar rechts. Of de hoek bij de kruising kleiner maken (120 graden?), zodat je gelijk in de goede richting rijdt. Zal wel met eigendommen te maken hebben schat ik in.
Als Marja onderweg de Go-Pro wil aanzetten via WiFi, wordt ze ineens gevraagd om het wachtwoord voor dat netwerk. Ja, dat weet ze niet meer. Dat is ruim een jaar geleden ingesteld. En daarbij heeft ze niet een van haar meer ‘normale’ wachtwoorden gebruikt, maar een bijzondere.
Dat geeft een hoop gemopper naast me. Ze kan hem nog wel aanzetten, wat ze ook doet, maar niet meer bedienen vanaf haar iPhone. En dan kun je dus niet meer zien wat je filmt.
Ook langs die lange, lange 2-baanswegen is de omgeving weer anders. En wat ons opvalt, maar misschien is dat het gebied waar we zijn, is dat dit soort wegen vreselijk druk zijn. In onze herinnering hebben we af en toe tijden over dit soort wegen gereden zonder iemand tegen te komen. En nu rijden we een hele colonne auto’s tegemoet.
Onze kant uit is overigens minder druk.
Als we de campground bereiken blijkt dat het hier erg rustig is. Is het seizoen hier al afgelopen of moet het nog beginnen? ‘s-Zomers zal het hier snikheet zijn. Nu – met wat bewolking – is het altijd nog een graad of 27. We krijgen een plek toegewezen langs de rivier. Waar by the way heel veel hele kleine muggetjes zitten, die ook gelijk beginnen te prikken.
Overigens, dat rustig heeft alleen betrekking op het aantal campers. Want iedereen op de campground heeft wel een speedboat, jet-skis, quads of zelfs een hang-glider (?). En die komen allemaal wel een paar keer voorbij op de rivier, behalve de quads en de hang-glider natuurlijk
We fietsen nog even naar de store (de zadels beginnen een beeetje te wennen). Maken daar nog even gebruik van het internet. En fietsen dan weer terug.
Vanavond macaroni op het menu.
‘s-Avonds blijkt trouwens, dat als je je telefoon tegen het raam houdt je verbinding met het internet wel tot stand komt en dat je daar dan even gebruik van kunt maken. Daarbij hoef je overigens niet de hele tijd je telefoon tegen het raam te houden. Dat hoeft maar af en toe eventjes.
Intussen is het aardig bewolkt geworden, maar er valt gelukkig geen regen. ‘s-Nachts trekt de lucht weer helemaal schoon, vertelt Marja mij de volgende ochtend.
Marja is er deze keer op tijd uit voor de zonsopkomst, die volgens haar erg mooi is. Ik kan vanochtend niet goed wakker worden. Ik droom dat ik voor een groep iets sta te vertellen met mijn ogen dicht en dat ik die probeer open te doen, wat me niet lukt. En dan word ik wakker en lukt het me ook echt nauwelijks mijn ogen open te krijgen. Zo diep was mijn slaap nog. Vanuit bed krijg ik een stukje van de zonsopgang mee, met rood-kleurende bergen. Maar ik kan mezelf er niet toe brengen al op te staan. Zelfs als Marja binnenkomt met “slaapkop” blijf ik nog even liggen. Als ik dan uiteindelijk opsta is het ook ‘al’ bijna half-acht. Jawel zo laat is het al.
We doen rustig aan, douchen allebei in de camper. We hebben deze keer goeie druk op de waterleiding, dus dat is heerlijk douchen. Komt waarschijnlijk ook door de nieuwe drukregelaar die we hebben gekocht bij de Walmart. De vorige, die op een slang zat die we op de campground bij Bryce Canyon vonden (lijkt al weer weken geleden trouwens), heeft het op Silver Strand namelijk begeven. Er zit ineens een gaatje in en dat werkt niet echt goed bij een aansluiting op de watertoevoer naar je camper. En bij de auto-onderdelen shop waar ik van de week mijn fiets heb kunnen repareren hebben we ook een paar rolletjes tevlon-tape gekocht. Daarmee hebben we nu eindelijk na bijna 8 trips met de camper een niet-lekkende aansluiting. Dus die drukregelaar gaat mee naar huis voor volgende jaar. En de tape ook.
Dan maken we de camper een beetje aan kant. Als ik de vuilniszak wegbreng naar de container, het is dan ongeveer half tien, bedenk ik me dat ik me heel goed kan voorstellen dat mensen omkomen in dergelijke hitte als ze niet goed zijn voorbereid. De zon brandt al heel hard en dan is het nog niet het midden van de dag. En misschien is het niet eens voorbereiding, maar de beslissing om überhaupt iets te gaan doen met zo’n brandende zon. Ook als we zelf, als we terugkomen van het kantoortje voor de reservering van deze dag, nog een stukje doorlopen valt het ons op hoe heet het hier dan al is.
Dus wij besluiten het vandaag rustig aan te doen.
Vandaag krijgen we overigens bezoek van een Alles-Amerika-forum-vriend. Bert de Vries (bedeve voor de kenners). Hij reageert regelmatig op onze verhalen en hij is met zijn vrouw/partner deze dagen ook in de buurt van Anza Borrego. Dus is er afgesproken elkaar hier een keer te ontmoeten.
Hij heeft gister laten weten om ongeveer twee uur bij ons te zijn. Maar om ongeveer 12 uur stopt er al een auto en daar zijn onze gasten al.
We zetten een bakje koffie voor ze (had ie gister al via de berichtjes ‘besteld’) en gaan lekker in de schaduw onze wederwaardigheden uitwisselen. De vrouwen buigen zich over de foto’s van Marja vanwege de goeie recensies van Bert. En Bert en ik praten over allerhande zaken. Als naar voren komt dat ik bij een waterschap werk (nog wel) zucht hij eens diep. Hij is niet helemaal gelukkig met het waterschap waar zij wonen (in Groningen). Deze waren namelijk een tijd terug van plan hun polder onder water te zetten, waarvoor ze zelfs uiteindelijk hadden moeten evacueren. Gelukkig is dit allemaal uiteindelijk niet doorgegaan. Het zal je maar gebeuren.
Na een tijdje nemen we weer afscheid. En dan hebben we de desert weer voor ons zelf.
We kijken nog even of ons eigen gemaakte hummingbird-lokkertje (een onderkant afgesneden van een plastic flesje gevuld met suikerwater) al resultaat heeft. Helaas niet. Er is er wel een over komen vliegen om polshoogte te nemen, maar daar is het bij gebleven.
Daarom gaan we maar even binnen zitten om het verslag te schrijven en de foto’s weer op de macbook te zetten (gaat hard als er veel vogeltjes zitten). De airco heeft merken we overigens moeite om de zaak koel te houden. Dus gaan we maar weer buiten in het warme briesje zitten en zetten de airco maar even uit.
De rest van de dag zal dus in alle rust worden doorgebracht, waarna we morgen een volgende stap naar het einde van deze trip gaan maken.
Silverstrand en de drukte daar laten we achter ons. We rijden eerst naar de Walmart (nog steeds in de drukte natuurlijk) voor een paar boodschappen. Een kleine Walmart deze keer en ze hebben dus zelfs geen vlees en geen kaas. Die halen we dan wel bij Vons, die aan de overkant zit. In de Walmart gaat ineens mijn telefoon. Dat verwacht je niet echt, maar toch maar even opgenomen. Is het Louk, die vraagt of we vandaag nog naar de Zoo gaan. Want hij heeft een paar kaartjes klaarliggen voor ons bij de ingang. Ik leg hem uit, dat we al op het punt staan San Diego te verlaten en vandaag op weg gaan naar Anza Borrego en dat we gisteren een eind gefietst hebben. Dus dat is erg jammer, maar een bezoek aan de Zoo gaat vandaag niet meer lukken. Hij maakt er geen probleem van en we spreken af contact te houden.
Voor onze trouwe volgers gaan we daarna naar de Starbucks met hun snelle internet. Daar kunnen de laatste verslagen en foto’s worden ge-upload, zodat iedereen weer op de hoogte is van de laatste avonturen. Daar zitten we dus best wel een tijdje. Ik check nog even onze financiën en de mail (wat zijn ze bij Rijnland allemaal aan het doen :-)) en lees nog een stukje in mijn boek, terwijl Marja druk in de slag is met de verslagen en foto’s.
En dan sturen we de camper richting Anza Borrego. Het eerste stuk is nog op een drukke Freeway, die beetje bij beetje rustiger wordt. En dan een afslag richting Julian, een stadje in de bergen dat we eerder bezochten.
We komen daarbij over een zeer bochtig weggetje ook langs/door het Cuyamaca state park. Eindelijk weer eens een weggetje waar je rustig aan doet en van de omgeving kunt genieten. Een paar campgrounds langs die weg trekken ons niet erg aan. Dus Anza Borrego: here we come.
We worden op dit weggetje een paar keer ingehaald door een stelletje motorfanaten. Een daarvan zit zelfs met korte mouwtjes en korte broek op zijn motor en je wilt niet weten hoe hard ze rijden. Gelukkig geen tekenen van een ongeluk.
In Julian moeten we even zoeken naar een plekje om te parkeren. Het is er erg druk. Maar we vinden een mooi plekje (kost wel 10 dollar voor de camper, overigens op goed vertrouwen dat je dat betaald, want er zit niemand bij) en lopen dan naar de hoofdstraat. We hebben het idee, dat het allemaal wat minder is en hier en daar ook wel weer een beetje vervallen. Er staan ook winkels leeg. Misschien heeft dit wel te maken met Seligman langs route 66, dat weer een beetje in opkomst is (onze indruk). Wat ook opvalt is dat de Rabo-bank hier ook niet meer gevestigd is. Dat gebouw staat ook leeg.
We lopen maar kort rond, vinden geen kettinkje voor Marja (vorige keer hebben we hier een mooi kettinkje voor haar gekocht) en gaan al vrij snel weer terug naar de camper, waar we even een boterhammetje eten.
En dan weer verder richting onze eindbestemming van vandaag.
Als we in de buurt van de campground van Anza Borrego komen, waarvan we niet weten of er plek is (niet gereserveerd), zie ik achter ons een andere camper ons naderen. Dus ik gooi het gas er een beetje op. Maar het is een kleinere camper die dus makkelijker door al die bochten komt (en misschien gewoon ook harder rijdt), dus hij komt steeds dichter bij. En daarachter vormt zich een rij van een stuk of zes auto’s. En net op het moment, dat ik denk dat we ze wel langs moeten laten (dat is een regel hier) moeten we linksaf. En dan gaat die camper achter ons gewoon recht door. Dat ‘scheuren’ was dus nergens voor nodig.
Bij de campground aangekomen horen we dat er nog voldoende plek is. Zelfs met full-hook-up. Dat is lekker, omdat we dan in ieder geval ook weer al onze apparaten kunnen opladen. Alleen geen internet, maar dat hadden we zeker niet verwacht hier.
We zoeken een mooi plekje uit, waar we goed uitzicht hebben op de bergen en de vlakte daarvoor. Als we aan de camphosts melden dat we nummer 47 hebben gekozen kijken ze elkaar aan en zeggen: 47? Alsof ze niet weten dat er een nummer 47 is.
En ze vertellen ons dat je maar voor één nacht tegelijk kan reserveren, maar dat het geen probleem zal zijn morgenvroeg opnieuw een envelopje te vullen met het vereiste bedrag, de voorkant in te vullen en dan nog een nacht te staan. Ze mopperen ook een beetje over deze regel van een nacht tegelijk reserveren.
En dan installeren we ons, zetten onze stoeltjes buiten en gaan zitten genieten van de – na de kust/San Diego – overweldigende rust en stilte. We nemen ons voor (uitzonderingen daargelaten) voortaan alleen nog maar van dit soort plekken uit te zoeken.
En als ik met de barbecue bezig ben is er ook een mooie zonsondergang te bewonderen, met heel erg rode wolken.
En voor Marja zijn er diverse vogeltjes te fotograferen, waarbij ze bij het fotograferen van een van de soorten spontaan ook een kolibrie meeneemt op de foto. Niet helemaal scherp, omdat ze op de andere vogel focuste, maar ze zitten hier.
De steak eten we vanavond met rijst en dat gaat er weer lekker in, waarna we nog wat nagenieten van de rust en Marja nog wat foto’s op haar Mac-Book zet, zodat de geheugenkaartjes weer klaar zijn voor de volgende serie foto’s.
De eerste een beetje normale sunrise, voor zover we weten, en Marja slaapt er door heen. Redelijk uniek. Maar ze heeft morgenochtend nog een kans. We starten dus rustig op en bedenken wat we gaan doen. Naar Coronado fietsen is toch wel weer een heel stuk. De andere kant op, waar we een Starbucks weten, lijkt een betere optie. Daar ligt ook een natuurgebiedje. Dus we hijsen ons weer op de harde, keiharde zadels en richten onze blik naar het zuiden (ongeveer). Eerst is het nog even zoeken hoe we op het fietspad kunnen komen. Maar na even om ons heen kijken zien we de toegang. Onderweg kan Marja weer mooie foto’s maken van een aantal witte reigers, een Osprey die een vis zit te verorberen. Grappig is dat er vlak achter deze Osprey een gier zit, die zit te wachten tot hij misschien wat left-overs achterlaat. Maar hij laat zich eerder door onze aanwezigheid afschrikken dan de Osprey. Verderop zit ineens op een paar meter van het fietspad een Red-Tailed-Hawk. Deze zit rustig om zich heen te kijken en het lijkt erop, dat hij op jacht is op salamanders. Op een gegeven moment doet hij namelijk wat lijkt op een soort danspasjes vooruit met een klauw en zien we dat hij probeert wat te pakken te krijgen. Mislukt. Ook bij een volgende poging krijgt hij niets te pakken. Kort daarop vliegt hij een eind verderop. Het is wel bijzonder te zien, dat dit soort vogels zich zo dicht bij de bewoonde wereld ophouden.
Verder fietsen we. En dan merk ik dat mijn linker trapper (peddle noemen ze dat hier, dat jullie niet denken dat we tijdens kanoën een peddel verloren zijn) een vreemde beweging maakt. Het lijkt wel alsof hij een ovale cirkel beschrijft. Dat is meetkundig gezien een onjuiste benaming, maar zo voelt het wel. En dan merk ik iets verderop, dat deze trapper eigenlijk gewoon los zit. We stappen af en ik pulk een dopje los, zodat we kunnen zien wat er los zit. Blijkt dat de moer waarmee de trapper vastzit er bijna af is. Dus voor de zekerheid haal ik hem er zelf maar af. Maar wat nu. Gelukkig komen we een andere wielrenner tegen die ons weet te vertellen dat er een eindje verderop een auto-onderdelen shop is, die ons misschien wel kan helpen. Maar hoe behulpzaam ze ook zijn, ze hebben geen passende ‘wrench’. Dan ziet Marja aan de overkant een andere onderdelen shop. Dus daar maar naar toe. En na veel zoeken weet deze alleraardigste Mexicaan een opzetstuk te vinden dat past. Dus ik kan de trapper er weer stevig opzetten. Voor de zekerheid zet ik de moer op de andere trapper ook nog maar even extra aan. Stel je voor.
Het idee om aan RoadBear in Las Vegas te vragen of we de fietsen daar zouden kunnen ‘opslaan’ (volgend jaar beginnen we daar weer), laten we na deze ervaring (en met de harde zadels in het achterhoofd) na deze ervaring toch maar varen.
Inmiddels zijn we bij een Pollo-zaak aangeland, waar we wat gerechten met kip (dat hier veel gegeten wordt hebben we begrepen) verorberen.
Daarna gaan we op zoek naar de Starbucks om onze laatste mails even te kunnen checken en Facebook e.d. En Marja kan gelijk ook al weer even een van de vogels uploaden. En het internet bij Starbucks is by far het beste internet dat we hier in de States ervaren. Soms ben je al ingelogd voor je het zelf weet en het is erg snel. Geeft ons maar weer een extra reden om af en toe een Starbucks aan te doen.
Dan gaan we weer op de weg terug. Het lijkt alsof we toch de wind tegen zullen hebben, dus dat valt weer even tegen. En het lijkt alsof we allebei nog maar weinig energie over hebben. Misschien dat je door die harde zadels op een andere manier gaat fietsen. Onderweg stoppen we nog even bij een bruggetje, waar zich – met het opkomend tij – heel veel visjes verzamelen (sardientjes, ansjovis). Grappig om te zien hoe deze vissen heel dicht op elkaar kruipen.
Daarbij komen we ook nog even in gesprek met een paar locals, over de navy-seals die hier hun trainingsgronden hebben. Wij staan vlak naast een strand waar ze oefeningen doen.
En dan maar weer verder tot aan de campground. We halen het.
Even lekker zitten op een wat zachtere ondergrond, dat scheelt. Marja gaat aan de slag met haar foto’s en ik lees even wat verder in mijn boek. Maar al snel vallen mijn ogen dicht. Ik denk dat ik maar even ga liggen. En ik denk dat ik heel snel in slaap ben gevallen. Was ik even aan toe. Als ik wakker wordt gaat de zon bijna onder. En dan weet ik dat ik Marja ergens op het strand moet zoeken. En daar tref ik haar ook aan. Het wordt de tot nu toe denk ik mooiste zonsondergang die we deze reis hebben gezien (vooral omdat het meestal ‘s-avonds bewolkt was).
Daarna is het weer tijd voor een heerlijke steak van de barbecue.
Vandaag verlaten we Donehee Beach state park. En we gaan nog een keer whale-watchen (hopen we). De camper moeten we dan wel ergens parkeren. Op een paar parkeerterreinen mogen we eigenlijk niet staan, omdat het beperkt is tot 20 feet voertuigen. Bovendien mogen we niet langer dan 4 uur ergens parkeren. Gelukkig mogen we vlak bij het kantoor van Captain Dave wel parkeren, ook al is het ook in dit geval maar voor 4 uur. Als we maar op tijd terug zijn en de camper niet is weggesleept (:-)).
Dan gaan we opnieuw van start. Marja is opnieuw overigens erg duf van het zeeziektepilletje dat ze ook vandaag weer heeft ingenomen. Dit keer gaan we helemaal voorop op het dek staan. En bij sommige golven lijkt het of we in een roller coaster zitten. Zo duiken we over een golf de diepte in. En dit keer hebben we meer geluk. Deze keer treffen we een school dolfijnen van een andere soort (common dolfins). Dit is een grotere ‘pod’, zoals ze dat hier noemen, en ze blijven veel langer bij de boot rondhangen. Je kunt ze zelfs bekijken vanuit een ruimte voorin het schip, waar je op de waterlijn zit en met wat geluk een aantal dolfijnen onder water kunt zien.
Na de school dolfijnen gaan we op zoek naar een grotere vangst. Een walvis. Maar hoe we ook de horizon afzoeken, we krijgen geen walvis te zien. Jammer. Maar het is niet anders.
Dan gaan we weer op weg naar de haven. En dan ……… Nee geen walvissen, maar ineens zie ik uit mijn ooghoek een beweging in het water. Er springt iets uit het water, slaat een paar keer met z’n staat op het water en dan worden er een soort doorzichtige vleugels uitgeslagen en zweeft het dier een flink stuk vlak boven het water, tot het weer onder water verdwijnt: vliegende vissen. Echt apart om te zien. En het is er niet een. Uiteindelijk zien we zo wel een stuk of tien van deze vissen over het water scheren. Nou toch weer wat anders gezien.
Gelukkig, de camper staat er nog en er zit geen ticket onder de ruitenwisser. Nu gaan we op weg naar San Diego, waar we op Silver Strand beach staan. Opnieuw een campground aan het strand. Als het goed is is er ook een sanctuary in de buurt. Morgen willen we daar gaan kijken of er mooie vogels te fotograferen zijn. Nu volstaan we met een korte wandeling naar het strand en aan de andere kant door een tunneltje onder de (best wel) drukke weg door.
Dan bakt Marja nog ff een eitje voor op de boterham en kijken we nog een beetje televisie. En dan is er weer een dag voorbij.
Overigens hebben we toch besloten volgend jaar toch maar weer een camper, maar dan een kleiner model, te huren.
In de ochtend gaan we even naar een Mall 7 mijl verderop. Dus dat is maar een kippeneindje. Ik heb de broekzak van een van mijn korte broeken uitgescheurd (ergens achter blijven hangen). Dus ik koop een nieuwe korte broek en ook nog een vestje. Marja koopt een blouse en een shirt. Als ik een Game-shop in loop gaat het alarm af. Eerst denk ik dat ik ergens het alarm van die winkel mee laat afgaan. Maar dan blijkt dat het het alarm van de Mall zelf is. En dan klinkt er een stem door de luidsprekers (niet erg duidelijk) dat er een fire is gemeld. En of we maar naar buiten willen gaan. Onder het winkelpersoneel maakt dit niet veel indruk. Dit schijnt vaker voor te komen. Na een tijdje buiten gestaan te hebben kunnen we weer terug naar binnen. En dan komt de melding dat er sprake is van een vals alarm. Direct gevolgd door het weer afgaan van het alarm, direct gevolgd weer door een verontschuldiging omdat het een vals alarm is. En dat gebeurt dan nog twee keer. Een calamiteitenplan is er kennelijk niet. We zien in ieder geval niemand die aanwijzingen geeft of iets dergelijks.
Na de Mall zoeken we een laundry op om onze was te doen. Die vinden we op een paar minuten van de campground. Dat is ook weer lekker opgeruimd.
Louk is vroeg vandaag. Even voor drieën staat hij voor de camper. Onderweg naar zijn huis, laat hij ons nog een paar mooie uitzichten zien, waar Marja een foto van kan maken.
Als we richting zijn huis rijden, moeten we op een bepaald moment een poort passeren. Dat is, zegt Louk, de ingang van de Community, waar zij wonen. Als je geen inwoner van deze community bent of bent aangemeld als gast, dan kom je er dus niet in. En daarna is het best nog een stukje rijden naar hun huis. En daar worden we ook stevig verrast. Een heel bijzonder huis, met een grote tuin, met barbecue, zwembad, jacuzzi. Zo te zien heeft de familie Nienhuis niet slecht geboerd. Omdat het al wat later is, gaan we eerst naar de school van de dochter om de volleybal-wedstrijd te bekijken. Maar niet dan nadat Louk ons een paar huizen heeft laten zien, die even wat meer kosten. Er is er een bij, waarvoor Coby Briand de basketballer (als je dat zo schrijft tenminste) belangstelling had en bereid was 20 miljoen dollar voor neer te tellen. Uiteindelijk ging de deal niet door. Even daarvoor zien we het huis van een bekende ijshockeyer uit Finland, Lasanen of zoiets. Dus het is me de community wel. Oh ja, en er liggen ook nog twee golfbanen in deze community (south en north). Can you believe it?
Bij de volleybalwedstrijd gaat het er,zoals voorspelt, fanatiek aan toe. Het niveau van deze meiden is erg hoog. En ze hebben meer publiek dan de basketballteams die in Nederland op het hoogste niveau spelen.
Na 2 gewonnen sets gaan we weer richting huis van Louk om de barbecue aan te zetten. En dat is maar goed ook, omdat het uiteindelijk een 5-setter wordt.
Er wordt overigens voor een goed doel gespeeld (strijd tegen borstkanker).
Thuis bij Louk wordt er een knots van een biefstuk en een paar stukken zalm en wat aardappeltjes op de barbecue gelegd. Ziet er geweldig uit. En in de tussentijd is er tijd voor een drankje en het nog meer ophalen van herinneringen van 43 jaar terug.
Als we aan tafel zitten komt Mackenzie (de dochter) ook thuis om nog een hapje mee te eten.
Na afloop brengt Louk ons weer terug naar de camper en kunnen we terugkijken op een geslaagde ‘reünie’ van een paar oudjes.